U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

 

Het 3e ontwerp van de serie

De ontwerper toont de hardstenen poort van het Jean Pesijnhof in de huidige tijd.
De gezichten van Marie de Lannoy en Jean Pesijn - stichters van het hofje - zijn ontleend aan de portretten die in de regentenkamer van het hofje ter weerszijde van de schouw hangen.
Ook - net te lezen - voorzien van geboortejaar en jaar van overlijden.

De stadsnaam ‘Leiden’ en het jaar van de stichting '1683' staan in rood op de witte zegel - en vertegenwoordigen traditioneel de Leidse kleuren.

De aanduiding 'Jean Pesijnhof' maakt deze persoonlijke postzegel compleet.

 


totale oplage: 150 velletjes van 10 zegels 

100 vel
17-9-2018 0807862329
 50 vel
 14-10-2018  0807896050

Een grotere afbeelding kunt u zien door op deze kleine te klikken.

 

Ontwerp en bouw van het Pesijnhof

De architect was meester-timmerman Jan Bastiaensz. Loopwijck.
Bij het ontwerp liet hij zich leiden
door voorbeelden van andere hofjes. Voor het poortgebouw liet hij zich inspireren door het Schachtenhofje.
Bij de schoorstenen verwees hij naar
het Tevelingshofje.
De huisjes zelf werden ontworpen met twee verdiepingen. Beneden kwam de woonkamer. Op de verdieping, waar de kap op borsthoogte al begon, was de slaapruimte met bedstede.
De belangrijkste voorziening in de huisjes kwam op de begane grond: de vuurplaats met schoorsteen,  waar de bewoners konden koken en zich konden warmen. Een eigen privaat kregen de huisjes niet: daarvoor moest men naar de binnenplaats. Daar kwam ook de gemeenschappelijke watervoorziening, de pomp. Er had achterin het hofje ook nog een galerij zullen komen waar geslacht kon worden, zoals in het Loridanshofje. Ook de privaten en de asput (vuilnisput) zouden daar onder-gebracht worden. Die galerij is er nooit gekomen.

Zelf nam Loopwijck het timmerwerk aan, aannemer-metselaar Jacob Sterlingh het metselwerk. Op 20 augustus 1681 begon Sterlingh met het afbreken van de oude Engelse Poort. Dat de metselaar ook sloper was, was niet ongebruikelijk, want alle oude stenen werden zo mogelijk weer gebruikt. Volgens het bestek van het metselwerk zijn de stenen in de fundering van het hofje gebruikt. Bij de grote restauratie van 1978-1980 zijn echter geen sporen
 van de Engelse Poort meer gevonden.

Op 18 oktober 1681 plaatste Loopwijck een schutting aan de straatkant. Pas op 7 december vonden echter de aanbe-stedingen plaats en dat was wat later dan gepland. De reden hiervoor was dat het oorspronkelijke ontwerp uitging van tien huisjes met één vleugel. Dat viel niet in de smaak. Men kocht het pand naast het Commanderijhuis, zodat twee vleugels en twaalf huisjes gerealiseerd konden worden. De voorgevel kreeg zo de gewenste symmetrische vorm.
De bouw kon beginnen.

De regenten kochten zelf de materialen. Zo ging in november 1681 Adriaen den Oosterlingh met Loopwijck naar Haarlem en Amsterdam om hout te kopen voor de bouw van het hof.
De oostzijde van het hofje was het eerst aan de beurt en werd gebouwd tussen juli en november 1682. Tijdens de bouw verzochten de regenten aan het stads-bestuur de rooilijn te mogen overschrij-den, wat normaal gesproken streng verboden was. Het stadsbestuur stond het toe en deed ook uitspraak in een geschil dat gerezen was over de tussen-muren met de buren aan de Kloksteeg
Willem Wimot (of Willemot) tekende in februari 1683 voor het steenhouwers-werk. Schilder David Hoogschilt leverde verf, vooral wit, bruin, geel en grauw en een beetje blauw en rood. In de maan-den augustus en september van dat jaar werden de huisjes aan de westkant gebouwd en in de volgende twee maan-den de voorgevel. Het dak van de regen-tenkamer werd voor een deel bedekt met leien van de Pieterskerk, die in oktober uit de kerk werden gehaald. In december zat het dak erop en werden de goten in de huisjes aan de straatkant gemaakt.
De huisjes waren bijna klaar, in juni 1684 verwijderde men de schutting en in oktober ontruimde men de binnen-plaats. Pas in 1686 was de regenten-kamer klaar. Het houtsnijwerk aan de schoorsteen werd verzorgd door de bekende beeldhouwer Harmanus van Groen. Hoogschilt leverde nog verguld-sel en goudverf voor de regentenkamer en de inscriptie boven de poort. Op 30 augustus hing Loopwijck de portretten van Jean en Marie (en hun dochter) in de regentenkamer op. Datzelfde jaar, de eerste bewoners waren al in mei gearriveerd, werd de laatste hand gelegd aan de tuin.

plattegrond situatie ca 1956plattegrond situatie ca 1956

Jean Pesijnhof

... een oase in de stad ...... een oase in de stad ...Dit hofje werd gesticht door Jean Pesijn en Marie de Lannoy.
Jean was een vluchteling, afkomstig uit de buurt van Lille (Rijssel), Noord Frankrijk. Hij trouwde in Leiden op 24-jarige leeftijd op 17 februari 1636 met de 17-jarige Marie de Lannoy. Ook Marie was vluchtelinge uit Bondu, Rijssel.

Na verschillende pestepidemieën besloten zij in hun eerste testament in juli 1655 een hofje te stichten. Nadat hun enige dochter Marie intussen aan pest was overleden, werd dat besluit in oktober 1655 in het definitieve testament bevestigd.

Na de dood van Jean in 1666, kocht Marie in 1678 voor dat doel enkele huisjes in de 'Engelse poort' aan de Kloksteeg. Deze poort is zo genoemd omdat hij kort na 1611 is gebouwd door leden van de groep Engelsen rond ds. John Robinson. De groep zou later bekendheid krijgen onder de naam Pilgrim Fathers, de stichters van een van de oudste en belangrijkste kolonies in Amerika.

 

Jean Pesijnhof. Poortgebouw door centrale schoorsteen bekroond en hardstenen poort, waarboven regentenkamer. 12 woningen. Anno 1683.Jean Pesijnhof. Poortgebouw door centrale schoorsteen bekroond en hardstenen poort, waarboven regentenkamer. 12 woningen. Anno 1683.

De stichting van het hofje
In 1655 brak opnieuw een zware pest-epidemie in Leiden uit, de zoveelste in de zeventiende eeuw.
Het aantal dodelijke slachtoffers was zo groot dat het voor de mensen welhaast het einde der tijden moet hebben geleken. Men kon dan wel in goeden doen zijn en aanzien genieten, de pest ging je deur niet voorbij. Ongeveer een kwart van de Leidse bevolking kwam om het leven.

Angst voor de zwarte dood was onge-twijfeld een van de motieven van Jean Pesijn en Marie de Lannoy om in dat jaar een testament te maken.
Afgezien van het verlenen van een aantal legaten, wilden zij het meren-deel van de nalatenschap bestemmen voor een hofje. De feitelijke stichting vond dus plaats in 1655, maar het zou nog vele jaren duren voor het hofje er was.
Jean Pesijn overleed in 1666.
Marie stierf na een langdurig ziekbed in 1681.
In 1678 had Marie, die wellicht haar krachten voelde afnemen, de eerste stappen gezet om een hofje te realiseren. Kort na haar dood begon men met de bouw en in 1686 verwelkomde het hofje haar eerste bewoners.

 


 De teksten - en enkele afbeeldingen - zijn ontleend aan
'VAN BOUWVALLIG NEST TOT BIJZONDERE HUISVESTING - 350 JAAR JEAN PESIJNHOF'
José Niekus en Cor Smit
uitgave van Stichting Jean Pesijnhof, Leiden

met dank aan Niek Stikkelorum - regent - en Loek van Dalen - bewoner


Voor de eerste dag van uitgifte - 17 september 2018 - is er een gelegenheidsenvelop.
 

Klik op de envelop voor
een grotere weergave.

 

 

 

 

 

De envelop is voorzien van een eigen stempelafdruk.
In het stempel - en op de envelop - ziet u de 'Lilium inter spinas' ( 'lelie te midden van doornen' ), het teken van de "Église Wallone te Leyde", tot welke kerk Jean Pesijn en Marie de Lannoy behoorden. Om als bewoner huisvesting in het hofje te krijgen, was dat een van de voorwaarden.
Daarnaast ziet u op de envelop de originele regentenkamer met de portretten van Jean Pesijn en Marie de Lannoy die voor de zegel zijn gebruikt.


 

Gevelsteen
Boven de hardstenen poort is een grote rechthoekige gevelsteen te zien
met daarop de volgende tekst:

 

 

'Dus ziet men uit het puin van een bouwvallig Nest
Een braaf Gebouw gesticht door vruchtlooze Echtgenoten
Voor veel behoeftigen, Schoon Vreemden, die verstooten
Zijn uit hun Vaderland en veilig hier gevest.'
Gesticht door
JEAN PESYN
en zijne Huisvrauwe
MARIE DE LANNOY

 


 

Bewoners van het hofje

De kandidaat-bewoners moesten ouder dan 40 jaar, getrouwd, van het Waalse geloof zijn en geacht enig Frans te spreken.
Zij moesten goed bekend staan en niet al te noodlijdend zijn. Men moest zich inkopen in het hof: dat kostte fl.75, wat voor een arbeider gelijk stond aan een half jaar loon.
Als een van de twee achter bleef, mocht de langstlevende blijven wonen, maar een ander in het hofje die zijn partner verloor, moest er bij intrekken.
De bewoners (conventualen) ontvingen preuven, bestaande uit een jaarlijks bedrag in geld plus goederen in natura: brandstof(turf), brood en andere levensmiddelen. Het bedrag werd door de regenten na de voorjaarsvergadering in de regentenkamer overhandigd.


 

Aangepast aan de moderne tijd

 In 1978-1980 heeft dit hofje een grote renovatie ondergaan. Er zijn daarbij geen sporen van de Engelse Poort gevonden.

In elk huisje kwam een nieuwe keuken, badkamer en toilet en het complex kreeg centrale verwarming. De keuken ging van boven naar beneden. De schoorstenen konden verdwijnen, terwijl men de oude, veelal weg-gewerkte plafondbalken weer liet verschijnen. En klein halletje leidde naar het keldertje onder de trap. Op de plaats van in onbruik zijnde bedsteden kwamen kasten.

De lantaarns boven de poort en de pomp zijn gebleven, evenals de traditionele bestrating met molsgoot(bestrate goot). In de regenten-kamer zijn de ornamenten van de wanden, plafonds en schouw vanwege de hoge kosten niet meer van bladgoud.

Het hofje wordt nog steeds bestuurd door regenten. In de regentenkamer hangen inmiddels drie borden waarop alle regenten vanaf 1681 worden vermeld.

 

In de originele regentenkamer hangen de portretten van Marie en Jean aan weerszijde van de schouw. Boven de schouw het portret van de toen 12-jarige dochter Marie Pesijn.In de originele regentenkamer hangen de portretten van Marie en Jean aan weerszijde van de schouw. Boven de schouw het portret van de toen 12-jarige dochter Marie Pesijn.

 

 

 

 

Cookie-beleid

Deze site maakt gebruik van cookies om informatie op uw computer op te slaan.

Gaat u akkoord?