Als verzamelaar
Als verzamelaar was ik er vroeg bij.
Het verhaal erover schreef ik in 2003 op in de rubriek 'Zo is het gekomen' in ons verenigingsblad 'de Sleutelpost'.
Zo is het gekomen.
Als redacteur neem ik zelf eens wat ruimte om m’n verhaal kwijt te kunnen.
Dat ik het ‘op latere leeftijd’ tot redacteur heb geschopt, is niet zo verwonderlijk.
Als 8-jarig jochie, met wit haar en stalen dienstfietsje, schreef ik al stukjes in de krant. Die krant was de ‘Zeister Nieuwsbode’. In de krant van woensdag stond - zoals toen meer voorkwam - een rubriek voor de jeugd. Verzorgd door tante Toos.
Of zoiets, want haar naam is mij inmiddels ontschoten.
Je kon aan tante Toos een verhaaltje, gedicht of tekening sturen.
Had tante Toos een goede bui, dan kwam JOUW STUKJE in de KRANT. Of een samenvatting; de beschikbare ruimte was maar een ½ pagina.
Ik had al wat keren ‘gescoord’, dat woord bestond nog niet op die manier, toen ik haar het volgende schreef: ‘Ik wil postzegels gaan verzamelen, maar ik heb nog niks.’
Van deze zegels had ik veel dubbelen.Dat niks was natuurlijk overdreven want in ieder huishouden zwerven wel wat brieven en kaarten. Daar had ik ze boven de fluitketel al vanaf gestoomd. Maar ja, dan heb je er nog niet zoveel en zeker niet uit het buitenland. Ik spreek over 1949/50: geen ‘echte’ vakantie en vader één week vrij en drie snipperdagen.
Mijn oproep via tante had succes, ik kon de reacties komen afhalen. Via de redactie (tante Toos was er niet of in werkelijkheid een ouwe man) kreeg ik drie kaarten of brieven met adressen.
Vol verwachting ging ik op pad. De eerste buit was een sigarenkistje met postzegels van de HELE WERELD. En een PINCET, ik was de koning te rijk.
De volgende dag het andere adres. Een echt boek met postzegels! Van ALLES! Stokboek hoorde ik voor het eerst. Later merkte ik dat dit in Nederland gewoon insteekboek heette.
Het laatste adres leverde een zak onafgeweekte postzegels op. Ook toen al was ik lui of uitgekookt, het is maar hoe je dat benadert. Ik keek eerst alle afgeweekte zegels uit het boek en de sigarenkist na en pas daarna de onafgeweekte zak.
Ik ben er vast lang mee bezig geweest, want veel landen kon ik niet thuisbrengen. Wie had er op school van Helvetia gehoord? En al die Oost-Europese letters!
Toch had ik op een zeker moment een heleboel dubbelen.
Maar veel postzegelverzamelaars kende ik niet. Ja, van wie ik ze had gekregen!
Dus naar de POSTZEGELHANDEL in de Jufferstraat. Vol verwachting toonde ik mijn insteekboek dubbelen.
‘Kan ik deze postzegels ruilen of verkopen, meneer?’
De oude man ook wit haar, alleen veel minder dan ik, keek eens naar mijn handel en bromde: ‘gooi maar in de prullenbak, jochie.’
Mijn postzegelwereld stortte ineen! Kwaad verliet ik zijn winkel; zoveel onbenul voor, in mijn ogen, kostbare zegels van wel honderd jaar oud.
Ik ben ook nooit meer terug geweest in die postzegelwinkel.
Later hoorde ik tot mijn genoegen de roddels dat die man in de oorlog fout was geweest. Toen dacht ik al: ‘geen wonder dat hij mij een poot uit wou draaien.’
Maar mijn verzamelwoede was sterk bekoeld. Mijn aquarium, potjes met water-kevers, schepnetjes en salamanders kregen de overhand. En toen ik op mijn 12e als enige uit onze zesde klas van de volkse lagere school naar de MULO ging, was het aanpoten geblazen.
Zeist - Prof. Lorentzlaan MULO
Postzegels kwamen weer even toen ik ging werken op mijn 16e. Een collega liet mij als boodschappenjongen net uitgekomen postzegels en eerstedagenveloppen kopen, die wij die aan onszelf stuurden en wel eens wat gekreukt aankwamen.
Tot ik in dienst ging. Daarna was het jaren gedaan.
Pas in Leiden, begin 1980, pakte ik de draad weer op door postzegel verzamelende collega’s. In 1980 bestond ‘de Leidsche’ 40 jaar en ik werd toen lid gemaakt door Wim Groenewegen.
Gelukkig had ik alles uit het verleden bewaard. Toen pas kon ik vaststellen dat mijn dubbelen inderdaad niet zoveel waard waren als ik als 10-jarig jochie dacht.
Daarna ging het snel. Nederland gestempeld en postfris; Polen gestempeld voor de vele mooie zegels. Nu is oud-Polen mijn belangrijkste zoekterrein.
Later (vakantieland) Ierland erbij, postfris in abonnement en gestempeld. Nog weer later Zweden voor de mooie zegels van Slania, dat daardoor een vakantieland werd.
Nu is de hele wereld mij te groot.
Daarom zoek ik nu van alle ooit bestaande postzegellanden en -gebieden één postzegel. Dat is ook een hele klus.
Frans Hemelop